Informatie voor patiënten

Wat is bekkenfysiotherapie?

Een geregistreerd bekkenfysiotherapeut is een fysiotherapeut die zich verder heeft gespecialiseerd in het gebied van buik, bekken en lage rug. Klachten van het bekken of de lage rug kunnen weer klachten veroorzaken van de bekkenbodemspieren en omgekeerd. Omdat ook de lage buikorganen (blaas,darmen, baarmoeder of prostaat) een relatie hebben met de bekkenbodemspieren, kunnen bij het niet goed functioneren hiervan klachten ontstaan op het gebied van plassen, ontlasting of bij het vrijen. Dit kan ook te maken hebben met zwangerschap, bevalling of een operatie die heeft plaatsgevonden. Klachten in dit gebied kunnen voorkomen bij zowel vrouwen, mannen als kinderen. De bekkenfysiotherapeutische behandeling verbetert vrijwel altijd de functie van de bekkenbodemspieren en de stabilisatie van het bekken en de lage rug.

Wat is de bekkenbodem?

De bekkenbodem bestaat uit een groep spieren die als een ‘hangmatje’ of trechter onder in het bekken is gespannen. Door de bekkenbodem lopen de urinebuis (urethra), de schede (vagina) en het uiteinde van de dikke darm (rectum). Bij bewegingen als hoesten of lachen, neemt de druk in de buik toe. De bekkenbodem houdt dan alle organen op hun plaats. De bekkenbodemspieren zorgen ervoor dat u de plasbuis, de darm en de schede kunt afsluiten als u dat wilt. Door de bekkenbodemspieren te ontspannen, kunt u plassen, gemeenschap hebben, bevallen of ontlasten. Om urine en ontlasting kwijt te raken, moeten ook de blaas en de dikke darm normaal werken en zich kunnen samentrekken en verslappen. De spieren in de lage rug, buik en bekken spelen een belangrijke rol bij houding en beweging. Niet iedereen voelt deze spieren, waardoor bewuste controle soms niet mogelijk lijkt. De bekkenfysiotherapeut kan helpen de controle hierover te herwinnen. Zo vindt u uw zelfvertrouwen weer terug.

Wanneer is bekkenfysiotherapie zinvol?

In de deze situaties kan bekkenfysiotherapie zinvol zijn:

  • bij ongewild verlies van urine en/of ontlasting;
  • niet te onderdrukken aandrang om te plassen en/ of te ontlasten;
  • moeizaam kwijt kunnen van urine en/ of ontlasting;
  • zwaar, drukkend gevoel in de onderbuik en/ of balgevoel in vagina of anus;
  • pijn in de onderbuik, rond de anus of de geslachtsdelen;
  • problemen bij het vrijen die samenhangen met de bekkenbodem;
  • bekkenpijn en lage- rugklachten in de periode rond zwangerschap en bevalling;
  • bekkenpijn en lage- rugklachten door andere oorzaken dan zwangerschap en bevalling
  • begeleiding voor en na operaties in buik- en bekkengebied.

Oefenen van je bekkenbodemspieren

Voordat je start met oefenen van je bekkenbodemspieren is het allerbelangrijkste dat je ze weet te vinden.

Als je de bekkenbodem niet kan vinden. Start met deze instructies. Ga rustig zitten of liggen. Belangrijk is dat jij je in deze houding ontspant. Nu ga je proberen om eerst met je buik te ademen. Leg je handen op je onderbuik, onder je navel en probeer tijdens inademen je buik te laten opbollen, adem naar je handen. Tijdens een uitademing veert je buik weer terug. Doe dit een paar keer. Probeer nu nog eens tijdens een uitademing de bekkenbodem aan te spannen. Tijdens het aanspannen trek je als het ware de vagina of penis op. Dit kan je vergelijken met het ophouden van je plas of een windje moeten tegenhouden. Dat doe je allemaal met dezelfde spieren.

Probeer na een aanspanning van je bekkenbodem deze steeds ook goed te ontspannen. Juist het verschil tussen aanspannen en ontspannen zal je helpen om je bekkenbodem te herkennen. Het is best moeizaam om het gelijk goed te doen. Geef niet op!!!

Als je nog niks voelt en twijfelt kun je het volgende doen. Tijden het plassen probeer in het begin van de straal deze straal te onderbreken. Doe dit alleen 1 keer om te voelen wat je aanspant. Ga niet druppeltjes plassen!!! Dat is niet goed voor je blaas!!! Dit is alleen om zeker te zijn dat je de bekkenbodem goed aanspant.

Als dit je redelijk lukt, dan kun je de bekkenbodem gaan trainen.

Dit doe je drie keer per dag. Je spant dan de bekkenbodemspieren 10 keer aan en probeer elke aanspanning 10 tellen vast te houden. Zorg dat je tussendoor ook steeds volledig ontspant!